Vocabulaire – woordenschat

1) Se présenter
Saluer

• Bonjour. Goedemorgen (le matin)

• Bon après-midi. Goedemiddag

• Bonsoir. Goedenavond

Nom, prénom

• Quel est ton prénom ? Wat is je voornaam?

Mon prénom est Youssef. Mijn voornaam is Youssef

• Quel est ton nom de famille ? Wat is je achternaam?

Le pays

• Où habites-tu? Waar woon je?

J'habite à Bruxelles. Ik woon in Brussel.

• Où es-tu né. Waar ben je geboren?

Je suis né en Belgique. Ik ben in België geboren.

Je suis né en Équateur. Ik ben in Ecuador geboren.

Je suis né au Maroc. Ik ben in Marokko geboren.

Je suis né en Pologne. Ik ben in Polen geboren.

Je suis né en Turquie. Ik ben in Turkije geboren.

Les langues

• Quelles langues parles-tu? Welke talen spreek je?

Je parle français. Ik spreek Frans.

Je parle néerlandais. Ik spreek Nederlands.

Je parle arabe. Ik spreek Arabisch.

Je parle espagnol. Ik spreek Spaans.

Je parle polonais. Ik spreek Pools.

Je parle turque. Ik spreek Turks.

• Je parle français, anglais et espagnol. Ik spreek Frans, Engels en Spaans.

L'âge

• Quel âge as-tu? Hoe oud ben je?

J'ai 12 ans. Ik ben 12 jaar oud.

 2) Les couleurs

Blauw = bleu
Bruin = marron
geel = jaune
groen = vert
oranje = orange
paars = mauve
roze = rose
rood = rouge
wit = blanc
zwart = noir

3) Le temps

De tijd Le temps
het horloge la montre
de wekker le réveil
de klok l'horloge
de wijzer l'aiguille
de eeuw le siècle
het jaar l'année
de maand le mois
de week la semaine
de dag le jour, la journée
het uur l'heure
het kwartier le quart d'heure
de minuut la minute
de seconde la seconde
het heden le moment présent
de toekomst l'avenir
het verleden le passé
vandaag aujourd'hui
(over)morgen (après-)demain
(eer)gisteren (avant-)hier
onlangs récemment
voortaan dorénavant
sindsdien, sedertdien depuis lors
vaak, dikwijls souvent, fréquemment
zelden rarement
dagelijks quotidiennement
altijd toujours
nooit jamais
 4) Formules de politesse

Bedanken Remerciements
Dank u wel Merci bien
Hartelijk dank Merci beaucoup
Nogmaals dank Encore merci
Merci! (moins
Bedankt!
formel)
Geen dank
Zonder dank De rien
Graag gedaan

Zich verontschuldigen S'excuser

Neem u me niet kwalijk (maar...) Excusez-moi (mais...)
Excuseert u me Excusez-moi
Sorry Pardon
Het spijt me werkelijk Je suis (vraiment) désolé
Meneer X laat zich verontschuldigen Monsieur X demande de l'excuser.

De reaktie op een excuus La réponse à une excuse

Dat geeft niet! Ce n'est rien!
Het doet er niet toe! Cela ne fait rien!
Het is niet erg! Ce n'est pas grave!
Zo erg is het niet!

5) Les nombres

Les nombres de 0 à 12 sont spécifiques. A partir de treize comme en anglais les chiffres sont
construits en accolant l'unité à tien (dix).

Cardinaux Ordinaux
(1, 2, 3 ...) (1er, 2e, 3e ...)
een, één eerste 1
twee tweede 2
drie derde 3
vier vierde 4
vijf vijfde 5
zes zesde 6
zeven zevende 7
acht achtste 8
negen negende 9
tien tien 10
elf elfde 11
twaalf twaalfde 12
dertien dertiende 13
veertien veertiende 14
vijftien vijftiende 15
zestien zestiende 16
zeventien zeventiende 17
achttien achttiende 18
negentien negentiende 19

Les chiffres des dizaines sont construits à partir des unités. Les chiffres ont une construction
inversée par rapport au français. On applique la règle unité + en + dizaine.

Cardinaux Ordinaux
(1, 2, 3 ...) (1er, 2e, 3e ...)
twintig twintigste 20
dertig dertigste 30
veertig veertigste 40
vijftig vijftigste 50
zestig zestigste 60
zeventig zeventigste 70
tachtig tachtigste 80
negentig negentigste 90
eenentwintig eenentwintigste 21
tweeëntwintig tweeëntwintigste 22
drieëntwintig drieëntwintigste 23
vierentwintig vierentwintigste 24
vijfentwintig vijfentwintigste 25
zesentwintig zesentwintigste 26
zevenentwintig zevenentwintigste 27
achtentwintig achtentwintigste 28
negenentwintig negenentwintigste 29
 On accole aussi les centaines au suffixe honderd. On juxtapose enfin les centaines avec les nombres
inférieurs. On peut enfin ajouter en.

Cardinaux
(1, 2, 3 ...)
honderd 100
honderd één 101
honderd twee 102
...
honderd twaalf 112
honderd dertien 113
honderd veertien 114
honderd vijftien 115
...
honderd twintig 120
honderd eenentwintig 121
...
tweehonderd 200
tweehonderd een 201
...
driehonderd 300
vierhonderd 400
vijfhonderd 500
zeshonderd 600
zevenhonderd 700
achthonderd 800
negenhonderd 900
negenhonderd negenennegentig 999

Même principe pour les milliers

Cardinaux
(1, 2, 3 ...)
honderd 100
duizend 1000
tienduizend 10000
honderd duizend 100000
één miljoen 1000000
honderd elf 111
elf honderd elf 1111
elfduizend honderd en elf 11111
honderd elf duizend honderd en elf 111111
een miljoen honderd elf duizend honderd en elf 1111111
negenennegentig 99
negenhonderd negenennegentig 999
negenduizend negenhonderd negenennegentig 9999
negentien duizend negenhonderd negenennegentig 99999
negenhonderd negentien duizend negenhonderd negenennegentig 999999
negen miljoen negenhonderd negentien duizend negenhonderd negenennegentig
 6) Le dialogue

* Goedendag1, meneer! Bonjour, monsieur!

* Dag2, mevrouw. Hoe maakt u3 het?4 Bonjour, madame. Comment allez-vous ?
* Heel goed! en u? Très bien! Et vous ?
* Niet zo goed. Pas si bien.
* Bent u ziek ? Êtes-vous malade ?
Je ne sais pas encore: je vais chez le docteur
* Ik weet het nog niet: Ik ga nu naar de dokter!
maintenant !

➔ Pour saluer on emploie indifféremment Goeiedag et non pas Goedendag ! (Bonjour) qui
s'abrège en Dag, un peu moins cérémonieux mais on peut aussi employer comme en anglais
ou en allemand des expressions spécifiant le moment de la journée :
- Goedemorgen (Bonne matinée)
- Goedenavond (Bonsoir)
- Goedenammidag (Bon après-midi)

Attention à la prononciation, Goede... dans les salutations est souvent prononcé Goeie....
L'orthographe ne le reflète que rarement.
Attention: Dag! peut à la fois correspondre à Bonjour et à au revoir. Dans le second cas en dehors du
contexte, on peut noter que le mot est allongé est qu'un accent mélodique est mis sur la voyelle.
Le néerlandais comme le français connait le tutoiement et le vouvoiement. Les personnes lui
correspondant sont u(vous) et je(tu). La conjugaison est cependant identique!
L'expression correspond au «Comment ça va?» et au «Comment allez-vous ?» mais faites attention à
la construction. Une alternative moins formelle: Hoe gaat het met u ?