Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
Resumé
Resumé
Le revenu salarial moyen en France est, en 2016 selon l’INSEE de 20 750 euros par an, soit 1 729
euros mensuels. Ce chiffre moyen ne prend pas en compte les écarts qui peuvent exister entre les
salariés.
Le revenu salarial médian est de 1540 euros par mois, ce qui signifie que 50 % des salariés gagnent
moins de 1540 euros par mois et 50 % gagnent davantage.
La médiane nous informe que de grandes inégalités salariales existent entre Français, mais quels
facteurs sont corrélées ces inégalités ? Il y a plusieurs de catégories sociales.
Les revenus salariaux féminins sont inférieurs de 23 % à ceux des hommes. Les inégalités de salaire
entre les hommes et les femmes résultent du cumul de trois inégalités :
- Catégories socioprofessionnelles.
- La qualité de l’emploi (temps plein ou temps partiel).
- Niveau de diplôme.
- L’inégalité entre secteur public et secteur privé.
- Une plus grande stabilité et une durée moyenne supérieure des emplois dans la fonction
publique.
-
Gegevens over lonen en ongelijkheden
In Frankrijk vertegenwoordigen banen in loondienst 90% van de totale banen volgens INSEE. Het
berekenen van het gemiddelde loon verbergt vaak de ongelijkheden die eraan ten grondslag liggen.
Het gemiddelde looninkomen in Frankrijk is in 2016 volgens INSEE (publicatie in 2020) 20.750 euro
per jaar, of 1.729 euro per maand. Het looninkomen komt overeen met de som van alle lonen die
een persoon gedurende een bepaald jaar ontvangt, na aftrek van alle socialezekerheidsbijdragen.
Opgemerkt moet worden dat we niet redeneren in voltijdsequivalenten (EQTP), wat betekent dat
deeltijds is geïntegreerd in dit gemiddelde en het aanzienlijk verlaagt.
Dit gemiddelde cijfer houdt geen rekening met de verschillen die kunnen bestaan tussen
werknemers. Een gemiddeld figuur kan het.
Het mediane salarisinkomen is 18.480 euro per jaar, ofwel 1.540 euro per maand, wat betekent
dat 50% van de werknemers minder verdient dan 1.540 euro per maand en 50% meer verdient.
Als het mediane looninkomen zoveel lager is dan het gemiddelde looninkomen (189 euro per
maand), komt dat enerzijds doordat de zeer vermogende loontrekkenden het gemiddelde fors
omhoog trekken en anderzijds doordat een groot deel van de bevolking dat weinig verdient trekt de
mediaan naar beneden.
Als de mediaan ons informeert dat er grote loonongelijkheid bestaat tussen Fransen, vertelt hij ons
niet met welke factoren deze ongelijkheden verband houden.
Veel loonongelijkheid
Loonongelijkheid doorkruist een aantal sociale categorieën: geslacht, leeftijd, beroep, type baan en
sector zijn allemaal factoren die verband houden met duidelijke loonverschillen.
Het looninkomen van vrouwen is 23% lager dan dat van mannen (dat is 29% hoger dan dat van
vrouwen).
Salarisongelijkheid tussen mannen en vrouwen is het gevolg van de opeenstapeling van verschillende
ongelijkheden.
Ten eerste de verschillen in arbeidstijd: vrouwen werken vier keer vaker deeltijd dan mannen.
Wanneer we rekenen in voltijdsequivalenten (EQTP), wat neerkomt op het wegen van het verschil in
arbeidstijd van deeltijdbanen en doen alsof het verkregen uurloon wordt vermenigvuldigd met uren
die overeenkomen met voltijds werken, dan is de loonongelijkheid tussen mannen en vrouwen wordt
verlaagd: het looninkomen van vrouwen is dan 17,5% lager dan dat van mannen (mannen verdienen
ongeveer 21% meer dan vrouwen).
Deze kloof neemt al enkele jaren licht maar gestaag af (volgens INSEE verdienden vrouwen 20,1%
minder dan mannen in 2009 en 19,5% minder in 2011).
Tweede factor, verschillen in arbeidsstatus: er zijn meer mannelijke kaderleden dan vrouwen,
kwalificaties en activiteitensector (er zijn meer vrouwelijke banen in relatief minder goed betaalde
sectoren met gelijkwaardige kwalificaties, zoals het onderwijs).
Ten slotte komt een derde factor overeen met de lagere beloning van vrouwen voor dezelfde functie.
Leeftijdsgebonden loonverschillen
Leeftijdsgebonden loonverschillen
Statistieken bevestigen de moeilijkheden bij de professionele integratie van jongeren. Men mag niet
vergeten dat de jongeren onder de 25 voor een groot deel nog in de studiefase zitten. Hun
dienstverband is dan overwegend een parttime bijbaantje. Voor het overige ligt de belangrijkste
reden voor deze verschillen in de beroepservaring die met de jaren is opgedaan.
Wel stellen we vast dat vanaf 54 jaar het gemiddelde looninkomen stagneert, of zelfs licht daalt. De
'piek' van een carrière ligt dus gemiddeld begin jaren vijftig.
Het verschil in beloning tussen deze twee soorten werk is radicaal. Deze kloof treft andere
categorieën, aangezien vrouwen, jongeren, werknemers in de particuliere sector en werknemers het
meest geneigd zijn deeltijdbanen te hebben.
De ongelijkheid van e salarisinkomen gerelateerd aan het niveau van het diploma
Wel moet worden opgemerkt dat dit verschil in de uitersten wordt geaccentueerd: het verschil in
looninkomen tussen een "Bac +2" en een hoger diploma bedraagt gemiddeld 853 euro per maand,
wat veel hoger is dan het verschil tussen een CAP of BEP diploma en een "Bac + 2" (dat is gemiddeld
604 euro).
Dit verschil van 140 euro in het gemiddelde looninkomen ten gunste van de werknemers in de
overheidssector wordt verklaard door de combinatie van twee elementen: