Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
2 de prép van
5 être v zijn
6 et conj en
8 avoir v hebben
13 il pro hij
15 ne adv niet
16 sur prép op
17 se pro zich
22 je pro ik
27 mettre v zetten
29 on pro men
33 ou conj of
37 dire v zeggen
39 devoir v moeten
43 prendre v nemen
46 donner v geven
48 où pro/adv waar
49 fois nf keer
53 aller v gaan
57 vouloir v willen
69 voir v zien
76 an nm jaar
78 jour nm dag
79 monsieur nm (mijn)heer
80 demander v vragen
82 après prép na
83 trouver v vinden
88 venir v komen
90 passer v voorbijgaan,
passeren
93 suite nf vervolg
95 comprendre v begrijpen
97 point nm punt
99 heure nf uur
UNITÉ 2
Woord Woordsoort Vertaling Opmerkingen
177 servir v (be)dienen; opdienen cela ne sert à rien: dat dient nergens
toe
se servir de: gebruik maken van, zich
bedienen van
182 vers prép naar, in de richting van; vers cinq heures: tegen vijf uur, om vijf
omstreeks uur ongeveer
207 te pro je
253 quatre adj vier être (à) deux, trois, quatre...: met
Woord Woordsoort Vertaling Opmerking
UNITÉ 4
Woord Woordsoort Vertaling Opmerking
314 courant, courante adj gangbaar, gewoon être au courant de: op de hoogte zijn
van
courant électrique (nm): (elektrische)
stroom
392 ancien, ancienne adj oud; voormalig, un ancien élève: een oud-leerling
gewezen
UNITÉ 5
Woord Woordsoort Vertaling Opmerking
419 gros, grosse adj dik; groot; ruw; gros (adv) p.ex. en gros, jouer gros,
ruim gagner gros, ...
422 prêt, prête adj klaar être prêt à faire quelque chose: klaar,
bereid zijn om iets te doen
468 bas, basse adj laag s’emploie aussi comme adverbe dans les
locutions parler bas, chanter bas (stil
praten, stil zingen)
en bas de: onderaan
473 mise nf inzet of inleg van een spel Vooral in samengestelde woorden:
mise en oeuvre: het in het werk stellen
van iets
mise en page(s): de lay-out
mise en marche: het in werking stellen
mise en place: de ingebruikname, de
installatie
489 poste nm post, plaats; functie, dienst occuper le poste de: de functie betrekken
van
Woord Woordsoort Vertaling Opmerking
494 priver v ontnemen, beroven; être privé de: ontzegd zijn van
ontzeggen
UNITÉ 6
Woord Woordsoort Vertaling Opmerking
begeven (naar)
544 charger v laden; belasten être chargé de: belast zijn met
se charger de: op zich nemen
554 public, publique adj openbaar, publiek le public (nm): het publiek
594 autour adv errond, eromheen, rondom, in de autour de (prép): rond, rondom
buurt
UNITÉ 7
Woord Woordsoort Vertaling Opmerking
UNITÉ 8
Woord Woordsoort Vertaling Opmerking
736 d’accord conj in orde, goed, oké être d’accord avec: het eens zijn met
Woord Woordsoort Vertaling Opmerking
te doen
UNITÉ 9
Woord Woordsoort Vertaling Opmerking
875 égard nm opzicht; aanzien; respect à l’égard de: ten aanzien van,
ten opzichte van
à tous les égards: in alle
opzichten
UNITÉ 10
Woord Woordsoor Vertaling Opmerking
t
UNITÉ 11
Woord Woordsoort Vertaling Opmerking
1024 ferme, ferme adj stevig; kordaat, une ferme: een boerderij
vastberaden
1029 dur, dure adj hard; zwaar (figuurlijk) travailler dur: hard werken
UNITÉ 12
Woord Woordsoort Vertaling Opmerking
1172 au-delà adv hierna; verder dan, voorbij; over au-delà de: préposition
UNITÉ 13
Woord Woordsoor Vertaling Opmerking
t
UNITÉ 14
Woord Woordsoort Vertaling Opmerking
1306 majeur, majeure adj belangrijk, enorm; meerderjarig un majeur: een meerderjarige
1361 oh oh!
UNITÉ 15
Woord Woordsoor Vertaling Opmerking
t
1405 ah ah!
1423 trait nm lijn, streep; kenmerk, tirer un trait: een streep trekken
karaktertrek un trait d’union: een liggend
streepje
afwikkelen; ontvouwen
1461 final, finale adj laatste; eind-, slot- une finale: een finale
1493 vague, vague adj vaag une vague (nf): een golf
UNITÉ 16
Woord Woordsoort Vertaling Opmerking
1510 juif, juive adj Joods, joods un juif, une juive: een jood, een
joodse
1597 âgé, âgée adj oud, bejaard être âgé de X ans: X (jaar) zijn
UNITÉ 17
Woord Woordsoor Vertaling Opmerking
t
1625 armé, armée adj gewapend une armée (nf): een leger
Woord Woordsoor Vertaling Opmerking
t
1679 indien, indienne adj Indiaas, Indiaans, Indisch un indien, une indienne (habitant)
1692 eh hé
UNITÉ 18
Woord Woordsoort Vertaling Opmerking
1765 aérien, aérienne adj lucht-; luchtvaart- par voie aérienne: per
vliegtuig
UNITÉ 19
Woord Woordsoort Vertaling Opmerking
1801 uniforme, uniforme adj gelijkmatig; effen; gelijkvormig, un uniforme: een uniform
uniform
1802 fidèle, fidèle adj trouw être fidèle à: trouw zijn aan
1810 effectif, effective adj effectief, eigenlijk, feitelijk les effectifs (nm): het
personeelsbestand
UNITÉ 20
Woord Woordsoort Vertaling Opmerking