Hoofdstuk 2: de balans

Principes van de balans

Passief: investeerders

Actief: investeringen

Actief= passief

PASSIVA:

Eigen Vermogen

a) Extern eigen vermogen

a. Kapitaal
- Geldinbreng van de aandeelhouders
- is niet cash
b. uitgiftepremies

= verschil tussen de nominale waarde van de oude aandelen en de uitgifteprijs

van de nieuwe aandelen

-
Waarom zou een nieuwe aandeelhouder een meerprijs betalen voor een
nieuw aandeel?
c. Herwaarderingsmeerwaarden

= Activa die in waarde stijgen

b) Intern eigen vermogen

a) Reserves
- In principe blijven deze in het bedrijf
- Is niet cash
b) Overgedragen resultaat
- Bij elke algemene vergadering kan deze worden uitgekeerd

1
Schulden
Lange termijn > 1jaar
Korte termijn < 1jaar
Schulden
- Bankschulden (lening)
- Leveranciers
- belastingen

Voorzieningen
voorziening voor grote onderhoudswerken vertoont eigenschappen van zowel eigen
vermogen als vreemd vermogen

2
ACTIVA.
Vaste activa (capex = capatilized expense)
 immateriële vaste activa
o softwarelicenties, concessies, octrooien, licenties…
o goodwill (voorbeeld)
 materiele vaste activa
o investeringen: gebouwen, machines, computers,
installaties
 financiële vaste activa
o sommen geld die het bedrijf in andere bedrijven
investeerde

Vlottende activa

=bezittingen en/of vorderingen die in een onderneming aanwezig zijn

en voortkomen uit de normale exploitatiecyclus van een bedrijf

 Voorraad
o Voorraad eet cash
o Risico’s en ruimte
o Hoge vs. lage voorraad
 Vorderingen
o Uitstel van betalingen
o Dubieuze debiteuren (bad debt)
 Werkingskapitaal (working capital)
o = vorderingen + voorraad – leveranciers (lees handboek pagina 32-33)
 Cash
o Liquide middelen (bankrekening en kortetermijnbeleggingen)

3
 De balans en de dubbele boekhouding(P35ev)

 Credit – waar komt het geld vandaan – Coming from

 Debet – waar gaat het geld naartoe – Destination

Actief = Passief (Zie transacties pagina 36)

Wat is een balans?

De balans is een foto(momentopname)

 vaak op 31 december

Hoe herken je een gezonde balans?

 Activa en financiële gezondheid; het actief zegt weinig over financiële gezondheid
 Intern eigen vermogen
o Voordeel intern
o Voorwaarden (zie p 42-43)
 Positief getal
 Groeit jaar na jaar (winst maken en aandeelhouders deel van de winst
in het bedrijf lieten)
 Intern eigen vermogen minstens 10% van het totaal passief moet zijn

4
 Een balans doorlichten in 5 stappen

1. Zoek de balans
i. Op zoek naar evenwicht (actief= passief)
ii. Terminologie kan veranderd zijn (actief= eigen
vermogen+schulden)
iii. Focus je op de cijfers
2. Zoek de vier blokken
i. Vast actief
ii. Vlottend actief
iii. Eigen vermogen
iv. Schulden
3. Zoek het intern eigen vermogen
i. Voorwaarden
1. Positief getal?
2. Groeit het intern eigen vermogen?
3. Eigen vermogen minimaal 10% van het totaal passief
ii. Niet voldaan, betekent niet meteen slecht, maar zeker navragen!!!
4. Waar zitten de grote activa
i. Activa die veel geld opslorpen, moeten voldoende aandacht krijgen
van de bedrijfsleiding. Bv;
1. Helft van actief in voorraad? Voorraadbeheer goed beheerd
worden
2. Veel geïnvesteerd in machines? Deze machines maximaal
benut worden
5. Wat zijn de belangrijkste passiva?
i. Financiering vooral door aandeelhouders?  GROOT bedrag bij
kapitaal
ii. Onderneming gefinancierd door schulden? Zo ja, Welke schulden?
Bank? Of gratis leningen van de leveranciers?

Stellingen bekijken op ppt.

+oefening Excel +oplossing

5
6